donderdag 27 augustus 2009

Vakantie 2009; de Franse Alpen


Deze zomer lag onze vakantiebestemming in de Alpen, zoals al was te lezen in onze vooraankondiging. We hadden het ambitieuze plan om over sangles te lopen in het Chartreusemassief. Het was een prachtig gebergte. Nog niet zo hoog, het zijn de Vooralpen, maar toch geweldig mooi en niet zo druk.

Maar ja, die sangles... Het was mooi, maar soms ook wel iets te griezelig. We hadden nog even het plan een tweedaagse stoere tocht in de Aravis te gaan doen, maar zijn even met beide benen op aarde geplaatst door mijn falende stoerheid. Misschien was het een beetje te snel om zo snel al spannende dingen te doen, en hadden we moeten beginnen met een paar rustige wandelingen om te wennen aan de bergen na een jaar vlak Nederland. Maar ja, er was niet zoveel tijd, en wellicht zijn we daarom iets te hard van stapel gelopen. Maar spijt heb ik nergens van. De tochten waren prachtig, ook al moesten we ze hier en daar aanpassen. En hoewel het mijn ambitie blijft om spannende dingen te ondernemen in de bergen, lag dit keer mijn grens lager dan gedacht. Maar volgend jaar zien we wel weer hoe het verder gaat.

De tweede week was een stuk rustiger. We stonden later op en genoten van de heerlijke luxe van het gehuurde chalet. Bijna elke dag stond er wel een wandeling op het programma, maar meer dan 600 meter hoogteverschil hebben we niet meer overbrugd. Een relaxte week met 2 spannende uitstapjes in een raft en fantasticable.

In de berichten hieronder kun je alles lezen over onze vakantie en foto's zien. Ik heb het je gemakkelijk gemaakt en je hoeft niet van beneden naar boven te lezen, zoals normaal bij blogs, maar ik heb de eerste dag bovenaan gezet en de laatste dag onderaan.



De uitvalsbasis in de Chartreuse: camping Le Trépu

Om goed te kunnen wandelen, heb je een goede uitvalsbasis nodig. Op internet had ik een leuke boerderijcamping gevonden vlakbij het Chartreusepark. Vanuit ons tentje (en vaak ook vanuit de hangmat) keken we zo op de bergen die we zouden gaan bedwingen. Het was een heerlijke camping met als enige vorm van entertainment een jeu de boulesbaan, kromme ping-pongtafel en schommel. Voor het onderhoud van het terrein werden kippen, ganzen, honden en katten van de eigenaar ingezet die regelmatig rondstruinden op zoek naar restjes.






Bijkomend voordeel van de camping was dat deze absoluut niet duur was. Het sanitair was wel wat verouderd met een douchekop waar alleen wat koud water uitsijpelt en één warme douche grenzend aan het woonhuis, maar een beetje Spartaans kan ik altijd wel waarderen op vakantie. Na het wandelen stond ik dan ook dagelijks dapper met de douchekop in de hand me te wassen met verfrissend koud water.



Op ongeveer 20 minuten rijden, in het dal, lag het plaatsje Le Pont-de-Beauvoisin waar naast een vvv, een paar terrasjes, bakkers en slagers waren, maar waar absoluut geen grote massa toeristen te vinden was.




Trou du Glas

Onze eerste wandeling zou een rustige inloopwandeling zijn met een sangle, maar nog niet zo'n spannende. Voordat we op de sangle waren volgden we echter een stuk van de GR9 die ons langs de Trou du Glas bracht, een grot waar je tot zo'n 100 meter in kan lopen.

Voorbereid als we waren, haalden we onze voor deze vakantie aangeschafte Petzlelampjes te voorschijn (die op de camping, waar niet veel verlichting was, ook heel handig waren!).

Het was bijzonder om met z'n tweeën zo'n groot donker gat in te gaan, en ik schrok wel even toen ik vanuit een gat boven me een afgebroken klimtouw zag hangen. Wat zou het verhaal daar achter zijn?

Christiaan vond het erg leuk in die grot en was zelfs nog bereid om zich op zijn buik door een gat te wringen om nog wat verder te kijken, maar bij mij sloeg op de één of andere manier een raar soort paniek toe die me claustrofobisch maakte. Voor mij was het goed geweest, ik was klaar om onze wandeling naar de sangle te vervolgen.

Een beetje klimwerk

Voor we bij de sangle aankwamen, moesten we een stuk klauteren, nog niks spectaculairs, maar voor mij was het toch weer even wennen.

Ik ben altijd een beetje bang dat ik vast kom te zitten in zo'n smalle spleet, zeker met zo'n bult op je rug als een rugzak. Had ik maar snorharen, net als onze katten!

Onze eerste sangle; de la Barrère

En dan kunnen we de GR9 verlaten (wat we al een paar keer tevergeefs proberen, maar steeds op een doodlopend pad), en komen we langzaam maar zeker op onze eerste sangle.



Het weer dat tot dan toe nog overwegend bewolkt en mistig was, klaart in één keer op en de witte rotsen contrasteren prachtig met het lieflijke van het gras en het vele blauw in de lucht.
Het is inderdaad een vriendelijk sangle met gras dat er uitziet alsof het zojuist nog dienst deed als speelweide, al zou het daarvoor iets te steil zijn.



We komen na een laatste klim (in totaal klimmen en dalen we deze eerste dag 626 meter) uit op het plateau van de Dent de Crolles, waar helaas de wolken zich weer verzameld hebben. Samen met 2 Fransen, een vader en zoon met absurd uitgebreide berguitrusting die meer geschikt lijkt voor een gletsjertocht, staan we in de ijzige wind bij het kruis. Van het uitzicht op de omliggende bergen waar we op gehoopt hadden, komt niets terecht, ik ben al blij als ik Christiaan, die 2 meter verder staat, niet kwijtraak. Gelukkig is de top en het uitzicht niet mijn doel, maar is een sanglewandeling op zichzelf de uitdaging en beloning in zichzelf. Er zullen vast nog voldoende dagen met mooi uitzicht zijn.








Naar de sangle van de Fouda Blanc

De tweede dag vertrekken we vanaf een parkeerplaats nabij St. Pierre-d'Entremont. Het is nog altijd wat druilerig weer en het eerste stuk stijgt behoorlijk (in totaal klimmen we deze dag 825 meter) over een modderig pad. Maar aangekomen bij de Pré de Pratcel verandert het karakter van de tocht snel. Het steile pad door het bos wordt verwisseld met een langerekte open plek die lijkt uit te nodigen tot picknicken of beter nog kamperen. We stappen echter stevig door en waar we het pad verlaten om de sangle op te gaan breekt de zon door de wolken. We beginnen vers ingesmeerd met zonnebrand aan onze tocht over de sangle van de Fouda Blanc. We komen niemand tegen, maar er is hier een duidelijk pad, dus we hebben alle vertrouwen dat het goed moet gaan. Dan trekt het echter al weer snel dicht. Door de mist verandert onze omgeving in een mysterieus landschap waardoor je het gevoel krijgt in een film te lopen. We lopen nog altijd op het pad, maar terwijl de rotswand tot in de oneindigheid hellend aan onze rechterkant blijft, zien we het gras links van ons behoorlijk steil naar beneden gaan tot we het na een meter of 4 niet meer kunnen zien. Spannend is het wel, maar echte diepte zien we niet.

Spectulaire wandeling

De mist trekt echter weer wat weg en een raar soort duizeling begint ons te overvallen. We zijn niet bang, maar je voelt hier absoluut iets! Het is een gevoel dat we allebei niet kennen, maar dat zeker te maken moet hebben met de diepte die we beginnen te zien en hoe ons pad zich verder zal gaan vervolgen. Ik maak een afspraak met mezelf. Of lopen of stilstaan en om me heen kijken. Een combinatie van de twee doet me wankelen alsof je net even flink door elkaar bent geschud en je oriëntatie en evenwicht een beetje kwijt bent.

Spannend allemaal, maar vooral ook spectaculair mooi! We kijken onze ogen uit in deze omgeving waar aanwezigheid van mensen ver weg lijkt te zijn. Geen voetstap of papiertje is te vinden en we voelen ons als de laatste mensen op aarde. Het is allemaal vervreemdend mooi en laat ons eindeloos stil staan om foto's te maken.



Doodsangst

We komen op een uitstulpende rots waar we een beetje meer ruimte hebben en het pad achter ons nog eens kunnen bekijken. Ik pak mijn routebeschrijving erbij om te zien hoe we verder moeten lopen. Door de mist en onze vele fotostops kunnen we maar moeilijk onze afstand inschatten, ook de kaart geeft weinig aanwijzingen.



Na 2 kilometer over ons smalle sanglepad zouden we een pad kruisen dat steil uit de diepte zou komen en dat we naar boven konden volgen. We denken het pad gevonden te hebben, al twijfelen we of het ook echt een pad is. Zo steil als het is, lijkt het niet echt een pad, meer een uitgesleten, opgedroogd beekje met dezelfde steentjes als op ons eigen pad. Wanneer we verder zouden lopen moesten we net onder de top proberen naar boven te komen, maar door de mist twijfel ik of we dat pad wel zullen vinden en voor we er erg in hebben zijn we al op weg om ons kruisende 'pad' naar boven te volgen. De beschrijving heeft het over een stukje klauterwerk dat even moeilijk is, maar eenmaal de goede plekken voor handen en voeten door de één gevonden, makkelijk te doen voor de tweede persoon. Christiaan mag dus voorop met zijn klimervaring, maar ook hij twijfelt nog even over de juiste methode om de nis waarin we zitten te beklimmen en ondertussen kijk ik angstig naar beneden. Als ik hier val, val ik alsnog al die meters naar beneden! Over een pad lopen met een afgrond naast me vind ik spannend, maar absoluut niet te eng, maar om zonder hulpmiddelen recht naar boven te klimmen bij diezelfde afgrond vind ik ronduit beangstigend. Wanneer de nis beklommen is en ik denk dat we het gehad hebben, blijken we echter nog nergens te zijn. We staan rechtop met onze voeten op het laatste stukje rots en met ons lichaam tegen het gras geduwd. Van een pad is geen sprake meer! Terug is geen optie en terwijl we met onze handen proberen grip te krijgen in het gras en een verdwaald struikje krabbelen we verder omhoog. Ik ben intussen doodsbang, niet alleen om zelf te vallen, maar hoe ga ik het thuis uitleggen als Christiaan naar beneden is gevallen door mijn geweldig uitgezochte vakantie? Gelukkig is het niet zo ver en belanden we bovenop het plateau. Althans dat vermoeden we. De grond onder onze voeten is weer vertrouwd horizontaal en het eerste wat ik doe is een paar meter van de afgrond weglopen om verder te gaan met hyperventileren. Maar nu? In de beschrijving staat: 'Je komt dan op het plateau terecht, waar je links naar de top van de reeds zichtbare Pinet kunt lopen, voor het uitzicht.' Maar wij zien absoluut niks! De mist is zo dicht dat we niet verder dan een meter of 3 kunnen kijken. Ik raak opnieuw in paniek, want het eerste stuk om ons pad te vervolgen gaat niet over een pad, maar moet met opvallende landschapskenmerken gevonden worden. Christiaan weet me echter te kalmeren en over te halen om even te pauzeren om bij te komen en wat te eten. Het stokbrood en de lekkere kaasjes komen te voorschijn, maar ik krijg nog even geen hap door mijn keel. Maar gelukkig trekt wel even de mist weg terwijl we zitten en met de kaart en kompas in de hand kan ik nu het plateau grotendeels overzien. We besluiten niet verder te lopen naar de top, het uitzicht zal nu wel niet echt groots meer zijn. Terwijl we inpakken is de mist weer dichtgetrokken, maar met het kompas in de hand lopen we hopelijk de goede richting in om uiteindelijk een pad te vinden dat ons op juiste plek brengt. We gaan koebellen horen en wanneer we de koeien zien en een gemarkeerd pad tegenkomen ontlaad alle adrenaline zich in een eufoor gevoel van overwinning! We zien de Chalet de l'Alpe, niet meer dan een paar verlaten schuren, en weten dat we verder met een gerust hart terug kunnen lopen. De spanning is eraf wanneer we het laatste stuk over lapiazvelden lopen richting de Pas de l'Échelle, het punt waar we de GR9 verlieten om aan onze sangletocht te beginnen, een paar uur eerder.





Nieuwe dag, nieuwe doodsangst

De derde sanglewandeling zou op meer dan een uur rijden zijn van onze camping. Het gaat hier allemaal niet zo snel in de bergen, en alhoewel we het niet erg vinden een stuk te rijden elke dag, gaat dit ons iets te ver. We besluiten er één over te slaan en deze dag te beginnen aan de laatste sanglewandeling. Volgens de beschrijving is dit de sangle met de meeste kans op hoogtevrees. Krijg je er last van dan wordt je aangeraden om niet verder te gaan. Erg bemoedigend klinkt dat niet, zeker niet na ons avontuur van de vorige dag, maar de wandeling tot de sangle moet al zo mooi zijn dat het toch de moeite waard lijkt om op pad te gaan.

Het is inderdaad een mooie tocht met op het einde een flinke klim in de brandende zon die zich vandaag de hele dag laat zien. Tijdens de lunch bespreken Christiaan en ik onze mogelijkheden. De sangle wil ik misschien nog wel proberen, maar een aantal van de andere route-aanwijzingen baren me zorgen. 'Over de graat klimmen om aan de andere zijde van de berg te komen' klinkt me niet prettig in de oren en we besluiten de sangles te laten voor wat ze zijn. Teruglopen over hetzelfde pad vinden we echter zonde en op de kaart lijkt ook een andere route te lopen die ons met een omweg terugbrengt bij de auto. Wel zien we dat het ergens heel steil wordt...

Na een mooie tocht onder andere over een prachtig lapiazveld in de bossen stuit ik op rotsen. Zie ik het nou goed en staat er een pijl dat ik tussen deze 2 rotsen naar beneden moet klimmen? De doorgang is net iets breder dan ik zelf en de diepte zal waarschijnlijk zo'n 20 meter zijn geweest. Op zich is het afdalen niet moeilijk, gewoon een kwestie van je steeds een stukje laten zakken. Ik begin er weer veel te snel aan en na een paar meter raak ik weer in paniek. Wat als ik beneden helemaal niet verder kan? Ik kan absoluut niet zien waar dit eindigt en er weer een gewoon pad is. Mijn paniek is dusdanig dat ik Christiaan, die me volgt maar nog niet zo ver is terug laat klimmen, en ik zelf ook weer naar boven krabbel. Dat het gisteren gelukt is, heeft me geen zelfvertrouwen gegeven, maar juist de angst voor dit soort situaties vergroot. Ik weiger verder te gaan want opnieuw wordt ik claustrofobisch deze vakantie en ben ik bang vast te komen zitten in een spleet tussen de rotsen. Christiaan probeert me nog tot reden te brengen en alhoewel ik er zeker van ben dat de stippellijn die op de kaart gelijk is aan deze afdaling, weiger ik toch verder te gaan.

Zucht... we zullen toch terug moeten over het pad waarover we heen zijn gegaan..

Petit en Grand Som

Onze sanglewandelingen waren op, maar onze zin om te wandelen absoluut niet. We hoopten bij de vvv wat leuke suggesties op te doen, maar dat viel nog niet zo mee. We werden aangekeken alsof we gek waren. Dat konden we toch ook zelf uitzoeken? Blijkbaar vinden ze alle tochten even mooi, moeilijk enz, maar goed, we kunnen uiteraard met de kaart ook een leuke tocht uitzoeken. Tijdens een rustdagje in de hangmat heb ik de mogelijkheden voor nog wat leuke wandelingen bekeken en dat leverde voor de volgende dag meteen een geweldige tocht op. Net iets na het gehucht La Ruchère begonnen we onze tocht via de Col de Léchaud naar de Petit Som (1772m). Wederom hadden we een rustig pad en kwamen we, net als de afgelopen dagen maar weinig mensen tegen. Wat een rust. Misschien komt het wel doordat we vaak vroeg vertrekken en er de flink de pas in zetten. De goed aangegeven paden zijn op knooppunten voorzien van bordjes met een tijdsindicatie tot een volgend punt. Zeker bij stijgende paden leken wij binnen 2/3 van de tijd boven te zijn.

Na te hebben genoten van de rust en het uitzicht op de Petit Som dalen we weer af naar de Col de Léchaud en verder naar de Col de Bovinant waar we weer een schuur/bivakhut tegenkomen. Christiaan kan niet geloven dat het een bivakhut is wanneer hij het bouwseltje met stro op de grond ziet, maar wanneer ik hem wijs op de lege wijnflessen, kaarsen en we alle namen in het balken zien gekrast, begint hij me te geloven. Wij hebben echter helemaal geen bivak nodig en beginnen aan een steile klim naar de Grand Som (2026m).

Het uitzicht van de Grand Som is geweldig. Alle markante bergen uit de omgeving zijn te bewonderen en met de kaart in de hand kunnen we zien waar we gelopen hebben de afgelopen dagen. Geen mist die ons dit keer kan dwarsbomen om volop te genieten van de het uitzicht.

Maar de echte beloning is misschien nog wel het zicht op de toppen die veel verder weg zijn. We zien de Gran Paradiso en als hoofdprijs de Mont Blanc die als altijd alle aandacht op lijkt te eisen, staand in de schijnwerper. Hoe is het toch mogelijk dat je zonder aanwijzingen direct deze markante berg herkent.

Nadat we weer waren afgedaald naar de Col de Léchaud wilden we de Col de la Ruchère teruglopen naar de auto. We hadden op de heenweg vlakbij de auto een bordje zien staan met de verwijzing naar een Gite waar lokale bieren geschonken werden waar we best wel zin in hadden, dus we zetten er stevig de pas is.

Bij de Col de la Ruchère let ik echter door de drukte met mensen (ja, hier was het opeens wel druk) niet goed op en lopen we de verkeerde kant op. Ploegend door de hete middagzon komen we bij een kruispunt met bordjes. Huh? dit klopt helemaal niet met de kaart. Ik snap absoluut niet waar we zitten en pak beide kaarten (altijd handig als je in de overgang van 2 kaarten wandelt) en het kompas erbij. En dan zie ik na ruim een half uur lopen dat we zuidwaarts lopen in plaats van noordwaarts. Ik heb absoluut niet op zitten letten en de verkeerde markering gevolgd! Er zit niks anders op dan terug te lopen en nu wel de goede route te lopen. Gelukkig gaat dit nu wel goed en kunnen we onze dag met in totaal 1250 stijgen en dalen afsluiten op het terras van de Gite met een heerlijk biertje.

Taart op de Col du Granier

We rijden naar de Col du Granier op 1134 meter. Een lange tocht en we komen aan op zo'n grote parkeerplaats met souvenierwinkel en terras waar over een paar uur de drommen mensen zich zullen komen vergapen aan het uitzicht om vervolgens met onsportieve tred een rondje rond de parkeerplaats te lopen. Dat is ons iets te min, maar toch hebben we vandaag niet zoveel ambitie. Zou het te maken hebben met de huisgemaakte tarte myrtille waarmee het terras adverteert?


We wandelen naar de Mont Joigny, toch nog een behoorlijke steile klim door het bos waar het al behoorlijk benauwd is. Het uitzicht is leuk, maar niet zo mooi als gisteren, en we dalen snel af naar het terras. Onderweg komen we de eerste wandelaars tegen op gympen. Ok, wij zijn misschien wat te goed uitgerust voor dit tochtje, maar helemaal geen water en op gympen lijkt me toch ook niet zo fijn. Te zien aan de gezichtsuitdrukkingen is het dat ook niet.


Het terras is gelukkig open en we bestellen allebei een groot stuk taart. Toch wel een beetje verdiend!

Abondance

In de tweede week hebben we met vrienden afgesproken. We hebben met z'n zessen een luxe chalet in het plaatsje Abondance, zo'n 20 km onder het meer van Geneve, gehuurd. Het blijkt de ideale uitvalsbasis van nog meer wandelingen en bijna elke dag wordt er wel een middagje gewandeld in de omgeving.








Fantasticable

Behalve wandelen bood het berggebied ook andere spannende bezigheden zoals de Fantasticable. De foto's laten wel zien wat de bedoeling is, denk ik. Gehesen in soort zak en voorzien van helm word je aan een kabel van de ene berg naar de andere berg 'gevlogen' met een snelheid van 80 à 100 km per uur.












Vooral de start is spannend, maar wanneer je eenmaal gaat valt het wel mee, het is leuk om wat om je heen te kijken, maar de spanning komt weer even terug aan het einde van de rit. Met die 100 km per uur zie ik het eindstation op me afkomen. Ik vlieg er dwars doorheen en zie een grote enigszins zachte driehoek waar ik recht op af ga. Die ga ik toch niet echt raken!? Voor de zekerheid doe ik mijn hoofd omlaag, tja, hoe zou je zo'n klap het beste opvangen?

Maar zover komt het niet. Nog voor ik vol de driehoek ram wordt ik met een enorme ruk tot stilstand gebracht die me de nodige schaafwonden oplevert van de schurende zak. Ik wordt van de kabel losgemaakt, en... mag nog een keer! Nog een keer zoef ik over het dal en kom uit bij mijn laatste stopplek.