zondag 20 oktober 2013

Weekje klimmen in Seynes in oktober



Niet slecht, terwijl de weersvoorspellingen in Nederland koud en nat waren afgelopen week, reden wij direct na ons werk om 22.00 uur naar zuid-Frankrijk. Na een rit van 11 uur kwamen we 's ochtends aan in Seynes, niet zo ver van Montpellier. Even ontbijten, de tent opzetten en op naar de rots om aan onze eerste buitenklimvakantie te beginnen.


Praktisch iedere dag was het boven de twintig graden, het leek wel zomer! Ik vond het nog best spannend om voor het eerst buiten te klimmen. Gelukkig was er voldoende op mijn niveau en werd het touw al gehangen zodat ik niet hoefde te hannesen met setjes inklippen, iets wat ik nog niet geleerd heb.


Christiaan heeft al wel geleerd om voor te klimmen in de klimhal, dus die mocht nu voor het echie!




En dan heb je natuurlijk altijd nog die mensen die vreselijk goed kunnen klimmen en als een brok staal de rots te lijf gaan.







zondag 28 juli 2013

Naar het dal


En toen was het dan toch echt tijd om afscheid te nemen van de vakantie. Na bij het ontbijt nogmaals genegeerd te worden door de huttenwaard, verdeelden we de bagage van Anke en gingen we voorzichtig naar beneden. Gelukkig was het niet ver naar beneden en al snel kwamen we aan bij de Schlegeisstausee waar we nog een flink (saai) stuk omheen liepen om uiteindelijk bij de bushalte uit te komen. We dronken nog wat in de Dominikushütte en stapten even later de bus in richting Mayrhofen.


Het valt niet mee om afscheid te nemen van zo'n prachtige omgeving. Het was werkelijk een prachtige tocht en het prachtige weer en alle sneeuw die er lag heeft het tot een fantastische vakantie gemaakt!



zaterdag 27 juli 2013

Van de Berlinerhütte naar het Furtschaglhaus


En toen kwam al weer bijna een einde aan onze huttentocht. Vandaag staat de laatste tocht naar een hut op het programma. Na onszelf verwend te hebben met een ontbijt van roerei met ham gaan we op pad naar het Furtschaglhaus.

Nog maar net op weg krijgen we voor het eerst deze vakantie te maken met glibberige stenen. Het heeft gisteren flink geregend en geonweerd en de grote platte rotsen worden verschrikkelijk glad. Uiteraard ben ik de eerste, en enige, die al snel onderuit gaat. Gelukkig blijft het bij een kleine schrik en kan ik al snel weer op mijn benen staan en verder lopen. Maar het is dus wel even oppassen.
Onze tocht leidt naar de Schönbichler Horn op 3134 meter, een klim van zo'n 1200 meter in totaal. Het is weer een prachtige tocht langs prachtige gletsjers. Het laatste stuk richting de top is wel verschrikkelijk druk. Moeilijk wanneer het zo druk is dat er zo veel verschillende mensen zijn. Je hebt de diehard alpinisten waar ik ontzag voor heb en die ik graag de ruimte geef, maar ook de iets minder getrainden die met een matige conditie en vaak weinig kennis van techniek en de bergmores over het pad zwenken. Regelmatig werden we door dalende wandelaars bruut van het pad gedrukt. Soms uit opportunisme, maar even zo vaak door pure onkunde. Ik hou soms mijn hart vast als ik sommige mensen zie lopen en ben blij dat er toch weinig ongelukken gebeuren.


We besluiten vanwege de drukte het kruis te laten voor wat het is, terwijl het echt nog maar een paar meter is, en onderlangs naar het pad aan de andere kant te gaan.


We lopen voor het laatst door de prachtige sneeuw en krijgen eigenlijk al redelijk snel de vlaggen van de hut in het vizier. Met nog maar een paar honderd meter te gaan, ruim op tijd voor een laatste keer een lekkere lunch in een echte hut, zet Anke haar voet verkeerd neer en gaat ze door haar knie. We schrikken ons een ongeluk wanneer we Anke kermend op de grond zien zakken. Het is intussen al weer een aantal jaren geleden dat ze een ingrijpende operatie aan haar knie heeft gehad, en tot nu ging het goed, maar ze is uiteraard als de dood dat er weer iets mee aan de hand is en ze weer eindeloos moet revalideren.
Voorzichtig loopt ze de laatste meters en weet ze gelukkig de hut te halen. Snel vragen we om wat ijs om te koelen en gelukkig lijkt het allemaal mee te vallen, maar de sfeer is er niet beter op geworden.
Helaas wordt de sfeer ook niet meer helemaal zoals hij was tijdens de rest van de vakantie en in de andere hutten. Bij het aanmelden voor de gereserveerde slaapplaatsen krijgen we te maken met een enigszins autistische huttenwaard. We voelen ons absoluut niet welkom en het komt tot een ruzie waardoor we het liefst de hut zouden verlaten. Dat zal echter niet gaan zonder Anke te dragen. We leggen de ruzie bij, maar de sfeer is niet beter geworden. Bij het uitdelen van het eten 's avonds krijgen wij, gek genoeg, als allerlaatste ons eten. Als we rekening later bekijken staan er allerlei zaken op die we niet besteld hebben. Wat zijn dit voor ongastvrije lui?!
Gelukkig krijgen we tijdens het eten gezelschap van Ian. Ian is een Brit van halverwege de zestig die we al dagen op rij tegenkomen tijdens onze tocht. Hij loopt alleen en vertrekt 's ochtends voor ons, maar meestal halen we hem een paar uur later in en zien we hem weer in de hut. Tot nu toe bleef het bij wat korte woorden, maar nu kwam het tot een gezellige avond inclusief de nodige Schnapps. Wij zullen morgen vertrekken naar het dal en naar huis, hij moet ook naar het dal, maar om geld te pinnen voor het vervolg van zijn tocht. Hij gaat dan de grens over naar Italië en zal nog wel even aan het lopen zijn. Ik ben jaloers en heb nog helemaal geen zin om afscheid te nemen van de bergen en zou het liefst morgen naar een volgende hut lopen...


vrijdag 26 juli 2013

Van de Greizerhütte naar de Berlinerhütte


Vandaag staat er weer een flinke beklimming op het programma. Om bij de Berlinerhütte te komen moet eerst 1030 meter gestegen worden naar de nördliche Mörchnerscharte. Een flinke steile klim bij warm weer die begint met een ladder en dan slingert door een zee van bloemen. Prachtig is dat, want je kijkt bij zo'n steile beklimming toch vooral naar de grond vlak voor je, maar als daar zoveel bloemen te zien zijn, is zo'n klim opeens helemaal niet meer zo zwaar.


Na de bloemenzee komt de sneeuwvlakte, zoals bijna elke dag, om de scharte te bereiken.


Het laatste stukje splits het pad tussen een touw dat gebruikt wordt door de dalende wandelaars en een rotsig gezekerd stuk dat steil naar boven leidde.






Bovengekomen zien we een Britse moeder met zoon die op een rots tussen de sneeuw gestrand zijn op het pad onder ons. Ze vragen onze hulp aangezien ze niet meer voor- of achteruit durven. We adviseren ze niet verder te gaan, daar het door ons gelopen pad er moeilijker uitzag dan het vervolg.


Na nog een steil stukje door de sneeuw komen we al snel bij de Schwarzensee. Christiaan trekt zijn zwembroek aan, loopt via een 'strand' van sneeuw zo het water in en zwemt enige tijd in het ijskoude water. De bikkel!



 We vervolgen ons pad en het duurt niet lang voor we een lieflijk groen, bijna parkachtig, terrein betreden waar je ieder moment een hobbit zou kunnen verwachten. We zien ze niet, maar al snel zien we onder ons de imposante Berliner hütte. Deze hut heeft werkelijk allure! Je waant je in andere tijden wanneer je de ontvangsthal met statig trappenhuis betreed of de eetzaal binnenloopt. 's Avonds maken we een tour door de hut en zien we allerlei details die nog wijzen op een rijke historie.

donderdag 25 juli 2013

Van de Kasselerhütte naar de Greizerhütte


We hebben een onrustige nacht en ik vrees dat andere gasten van de hütte er ook aan moeten geloven. Toen ik in de middag even op het bed ging liggen dacht ik iemand anders in onze kamer te horen. Griezelig! Ik ben hier toch alleen, waarom hoor ik dan iemand ademhalen? Het bleek niet te spoken in de hut, maar de muur naast mijn stapelbed was zo dun en vol kieren dat ik de gast in de kamer naast de onze kon horen! Ik vrees dat hij dan gedurende de nacht ook heeft gehoord hoe de één na de ander uit bed ging omdat hij zich niet goed voelde, dorst had of wat dan ook.

Toch voelde ik me heel behoorlijk toen ik deze ochtend aan het ontbijt zat. De nacht was in ieder geval lang geweest, we lagen al om acht uur in bed, en mijn misselijkheid leek even plotseling als hij was gekomen, ook weer verdwenen. Mijn zwager, die het het zwaarst te verduren had gehad de avond ervoor, was nog niet helemaal hersteld. De vraag rees of we verder naar de volgende hut zouden lopen of toch naar het dal moesten gaan. Gelukkig wilde hij het wel proberen en gingen we op pad. Er stond ongeveer vijf uur voor de tocht en met een hoogteverschil van goed 700 meter was het in ieder geval geen bijzonder zware etappe. De tocht was ons al uitvoerig beschreven door de broer van de huttenwaard en zijn voorspelling kwam goed uit. Het eerste stuk was vlak en omdat we om het dal heenliepen konden we nog lang de hut blijven zien. Een aantal riviertjes moest overgestoken worden en naast loszittende ijsschotsen waren enkel keien aanwezig om onze voeten op te zetten om langs het woeste water te komen. Het leverde me zeiknatte sokken op, maar gelukkig kon ik ze nog wisselen voor droge.


Het laatste stuk voor we definitief de Kasselerhütte gedag moesten zeggen was over de Lapenscharte, waar uiteraard de nodige sneeuw lag.



Het stuk na de scharte richting de Greizer hütte was niet moeilijk meer. Een heel stuk van het pad was zelfs voorzien van een 'bestrating' van platte stenen die in een winkelcentrum niet hadden misstaan.


De hut lag prachtig en was bevolkt door een hele kudde geiten, kippen en een kat.


We hadden nog een groot deel van de middag voor ons en bij gebrek aan een douche en warm water, beloonden we onszelf met wat lekkers uit de keuken.


Een goede Brettljause ging er wel in, maar de Kaiserschmarrn waren werkelijk verukkelijk! Het geheim zat in de flinke hoeveelheid rum, preiselbeerrencompote in plaats van appelmoes en de eigen geitenmelk! Mocht je ooit in deze hut komen, zorg dan dat je een flink bord bestelt!



Het was echt een hele aardige hut met een relaxte familie die hard werkte en een prachtige omgeving!




woensdag 24 juli 2013

Van Edelhüte naar Kasselerhütte


Dit bordje staat tegenover het terras van de Edelhütte op het pad naar onze volgende bestemming, de Kasseler Hütte. Wij voelen ons intussen volleerd bergwandelaars en voldoende 'geübt' om deze tocht te volbrengen.
Dat ik me 's ochtends bij het ontbijt een beetje misselijk voel, lijkt me op dat moment ook geen belemmering. De tocht mag lang zijn, maar meestal lopen we redelijk snel en het weer is goed.


Al vrij snel komen we bij de eerste gezekerde klim over de Toreggenkogel die we vanaf de hut al konden zien. Terwijl ik me omhoog hijs kijkt een hele kudde nieuwsgierige geiten terwijl we boven komen.



Er volgen nog twee van die gezekerde klimmetjes, die goed steil zijn,
maar door het droge weer geen problemen opleveren.

Intussen voel ik me nog steeds niet lekker, terwijl we al een uur of drie onderweg zijn. Ik krijg water nog wel weg, maar een hap eten lukt me niet meer.
 Iedere beklimming valt me zwaar en de gedachten dat we nog een heel eind te gaan hebben, maken me moedeloos.


Elk stuk van de tocht komt me als een nieuwe oneindigheid voor.
De steenvelden lijken enorm en er lijkt geen eind aan te komen.



Ik had niet gedacht dat zoiets als misselijkheid een tocht zo kan verpesten. We hebben uiteindelijk exact acht uur gedaan over onze tocht, wat dus eigenlijk behoorlijk snel is, als je bedenkt dat daarin ook de pauzes zitten. Echt genieten van de omgeving deed ik helaas niet en aangekomen bij de hut kon ik alleen nog maar pijn en vermoeidheid voelen. 
Helaas leek mijn gesteldheid besmettelijk te zijn, want eenmaal aangekomen bij de hut werd de rest ook ziek. De één na de ander werd geveld en uiteindelijk zaten we nog maar met z'n tweeën aan het avondeten dat ik grotendeels moest laten staan.
Zonde, want de mensen van de hut waren enorm vriendelijk en de linzenschotel met worst die ze serveerden was ontzettend goed. Ik had graag nog eens mijn hele bord leeggeten!